Je komt van een melkveehouderij en van de boerin kreeg je ooit een fles verse koeienmelk mee om te wennen in de stad. Wat klein van stuk was je toen. Misschien houd je daarom zo van lekker eten. Zó dat we je chef noemen. We wonen nu zo’n 7 jaar samen, of latten is t eigenlijk. Je aandacht verdeel je graag. Of ben je gewoon nieuwsgierig?
We verschillen, maar vullen elkaar goed aan vind ik. Ik ben een kattenmens, jij houdt van honden. Omdat je een allergie opliep ligt er regelmatig wild vlees in de koekenpan van deze vegetariër. Als ik me wat flauwtjes voel, breng jij me muizen en een enkele keer een rat. Pure liefde, zo voelt t voor mij.
Tot je twee weken geleden verdween. Op een ochtend zat je niet meer op t schuurtje toen ik de gordijnen opendeed. Dat gebeurde wel eens vaker, maar na twee dagen kwam je dan wel weer bij me terug. Of ik vond je achter een raam van een verlaten studentenhuis en wist je vrij te krijgen.
Sjef, jongen, waar ben je? Gewoonlijk kom je stipt om vier uur met een rammelende maag mijn Teams-meeting onderbreken. Ik mis je en zoek je. Al je latrelaties missen je, hoewel een enkele niet thuis geeft. Iemand gaf je een paar weken geleden een halsband met een Air tag om je te volgen. Geen idee wie en waarom. Terug naar Sjef. Je staat op Facebook, op posters, flyers. Om 5:00u ’s ochtends loop ik rammelend met brokjes door een stille stad. Mijn oor te luister leggend tegen garageboxen. Tevergeefs.
Het is nu twee weken en op fluit-flyer-poster-rondes spreek ik véle buurtgenoten, meest met bemoedigende daden en woorden. ‘Die komt straks tevoorschijn uit een schuurtje of zo’ is mijn favoriet. Als je maar niet door een halve gare bent ontvoerd. Liever ben je met je halsband-gever terug naar het platteland.
Een kat bepaalt zelf waar hij woont. Voor Sjef hoop ik dat daar een lekkere luie stoel is, en bij mij staat je geliefde (honden)mandje voor je klaar.