Afgelopen april kondigde ik de serie ‘terugkeergasten’ aan, naast onze al bestaande serie ‘stamgasten’ en die over ‘studeergasten’. Dit naar aanleiding van de Groningse terugroepactie van wethouder Bloemhof die ervoor moest zorgen dat Groningen niet langer vooral als fantastische studentenstad wordt gezien, maar ook als een stad die ‘young professionals’ veel te bieden heeft.
Demograaf Jan Latten noemde het initiatief van Bloemhof in de landelijke pers een ‘mission impossible’ op grond van onderzoek van het CBS waarvan hij jarenlang directeur was. Niet alleen de binnen- en buitenlandse ‘studeergasten’ ook veel van de studenten uit Noord-Nederland zelf, zoeken na hun afstuderen de uitdagende, glansrijke carrière vooral in het westen: bij voorkeur Amsterdam. Ook het buitenland lonkt! Zes jaar later is slechts een gering percentage terug. De ‘terugkeergasten’ zijn in Groningen volgens Latten vooral pensionado’s. Latten: ‘Als stad heb je daar weinig meer aan’.
Het plan voor mijn serie ‘terugkeergasten’ in het A-kwartier bleef maandenlang onvoorzien hangen in een niet afgemaakte eerste aflevering in mijn computer. Maar, zie hier:
Eindelijk, maar toch: het begin van mijn serie.
Mijn eerste ‘slachtoffer’ is Marja Noorman. Ze groeide op in Winschoten en ging in 1974 in Groningen op kamers om daar logopedie te studeren. Ze zou daar blijven wonen toen ze als logopedist in Assen en Veendam ging werken. In 1986 werd het tijd voor iets anders en na een studie rechten werd ze advocaat bij Plas & Bossinade Advocaten. Ze ging samenwonen met Henk van Doren, en nadat hun tweeling, Jan en Elske, was geboren braken, zoals Marja dit uitdrukt hun ‘tropenjaren’ aan. Met een onderbreking van een half jaar waarin ze met zijn vieren vanwege het werk van Henk bij TNO een half jaar naar Amerika gingen, bleef Marja – met veel plezier – tot 1997 bij Plas & Bossinade werken. Maar toen de Groningse poot van TNO werd opgeheven, kwam Henk bij TNO in Zeist terecht. Marja ging deel uitmaken van een advocatencollectief in Amsterdam en ze gingen met Elske en Jan in Amersfoort wonen, zodat ze beiden niet al te ver hoefden te reizen.
Voor Marja bracht het collectief echter niet de uitdaging die ze zocht. Bovendien bleef de tweeling natuurlijk elke dag achter in Amersfoort, terwijl zij met de trein op en neer naar Amsterdam ging. Ze werd al snel arbeidsjurist bij de Belastingdienst, met als standplaats Utrecht, en toen ze hier de mogelijkheid kreeg de deeltijdopleiding tot rechter te volgen (RIO) leidde dit wél tot de uitdaging die ze in het westen had verwacht. Ze werd strafrechter in de rechtbank Utrecht. De stad waar ze in 2006 gingen wonen.
In 2012 namen Henk en zij vier maanden vrij van hun boeiende, veeleisende werk en gingen ze fietsend van de Amerikaanse oostkust naar de westkust. Dat beviel zo goed dat ze in 2016/2017 nog eens tien maanden op wereldreis gingen, deels op de fiets. Teruggekeerd fuseerde de rechtbank Utrecht al snel met enkele andere rechtbanken tot de Rechtbank Midden Nederland, waardoor Marja als strafrechter in Lelystad terechtkwam.
Vooral ook de hectiek van het reizen van Utrecht Centraal, destijds voortdurend in verbouwing, naar Lelystad brak haar op. Na 22 jaar Randstad wilde ze graag naar Groningen terug. Rustiger, gemoedelijker, minder gestress. En gewoon de stad uit kunnen fietsen en dan even niemand tegenkomen. Dat was wat ze in de Randstad echt miste. En Henk ging mee. Genoeg gewerkt!
Stil zitten was Marja, zoals gebleken zal zijn, niet echt gewend en toen de rechtbank Noord-Nederland vroeg of ze niet wat zittingen op zich zou kunnen nemen, besloot ze dit te gaan doen, in de hoop dat ook het werken hier vriendelijker, gemoedelijker, meer ontspannen zou zijn. En dat was zo. En de trein van Groningen naar Leeuwarden of Assen, waar ze zo nu en dan ook moest zijn, was niet te vergelijken met die van Utrecht Centraal naar Lelystad. Ze zou nog vijf jaar blijven werken en is pas recent gestopt.