Zondagmiddag 27 februari. Tegen de vijftig bezoekers bezoeken de buurtborrel in het Noordelijk Scheepvaartmuseum. Voor Buurtvereniging Het A-Kwartier kun je dat gerust druk noemen. De gasten verzamelen zich tussen de oude scheepsmotoren. Smeerolie, dieselolie, kogellagervetten, keramisch vet, vaseline van allerlei herkomst zorgen voor een prettige achtergrondgeur.
Er ontstaan overal geanimeerde gesprekken tussen bewoners van het A-kwartier. De bijeenkomst is dus niet alleen voor leden van de vereniging maar staat open voor alle bewoners van het A-Kwartier. Het bestuur van Buurtvereniging Het A-Kwartier maakt van de gelegenheid gebruik de nieuwe bestuursleden voor te stellen.
Directeur Nicolette Bartelink krijgt de gelegenheid de plannen voor verbouw van het museum toe te lichten. Als alles meezit heeft het huidige Noordelijk Scheepvaartmuseum tegen 2024 een complete make-over gehad. Zelfs de naam gaat veranderen: het wordt Museum aan de A (kortweg MADA). De nadruk gaat van scheepvaart naar de Groninger geschiedenis.
Alle bezoekers krijgen voorafgaand aan Bartelinks toespraak de kans een vraag in te dienen. Daar wordt gretig gebruik van gemaakt. Veranderingen die op stapel staan: er komen meer tijdelijke tentoonstellingen en er zullen gevarieerder activiteiten plaatsvinden, zoals theater, muziek, films en buurtborrels. De vaste presentatie zal een kleinere vorm krijgen. Het schip de Alida en de talloze scheepsmotoren zullen een andere bestemming krijgen. De wijze van presentatie zal worden geüpdatet: naast vaste, statische vitrines ook interactieve vormen, die het geheel spannender en wie weet, sexyer, in ieder geval moderner gaan maken.
Er zal een ingrijpende verbouwing plaatsvinden. De mannensauna en het Feithhuis worden bij het museum getrokken en niveauverschillen verdwijnen. Dat het nieuwe museum meer bezoekers zal (of moet) gaan trekken staat buiten kijf. Men denkt aan zo’n 50.000 per jaar. Grote subsidieverstrekkers als de gemeente Groningen en de provincie zullen de ontwikkelingen nauwgezet volgen.
Bartelink besluit haar levendige verhaal en vertelt over samenwerkingen met diverse andere musea. Het Groninger Museum natuurlijk en de Groninger Archieven. De meeste musea hebben uitpuilende depots en daar moet wat tentoonstellingwaardigs tussen zitten voor het nieuwe MADA. Aan de aanwezige buurtbewoners zal het niet liggen, Bartelink krijgt een stroom aan suggesties en adviezen.