Tijdens de nieuwjaarsborrel van de buurtvereniging, spotte ik twee bezoekers die veel jonger waren dan de gebruikelijke deelnemers aan buurtvereniging-activiteiten. Ze bleken bestuursleden van Albertus. Terwijl de ene een goed gesprek hield met mijn kinderen (die écht de jongste bezoekers waren), troggelde Klaas het telefoonnummer af van de andere, Tijn Bartels. Een paar weken later spreek ik hem op vrijdagmiddag op de vereniging.
Het zou een aflevering worden in de categorie ‘leergasten’, want de leden van Albertus zijn natuurlijk ook onderdeel van onze buurt. Maar uiteindelijk werd het een gesprek over het runnen van deze enorme organisatie, en wat daar allemaal bij komt kijken. Fascinerend, zeker voor iemand die nooit lid is geweest van een dergelijke club maar er al 13 jaar tegenover woont.
—
Via een gangetje aan de Schuitemakersstraat kom ik op een binnenplaatsje waar rekken met herbruikbare bekers staan, want ook Albertus mag sinds 1 januari 2024 geen wegwerpbekers meer gebruiken. Tijn geeft me eerst een korte rondleiding door het enorme gebouw. Er zijn drie barren die door gemengde commissies worden gerund. Ook zijn er nog ‘leesruimtes’, ‘eetruimtes’, nog meer barren en heel veel trappen en gangetjes. We komen uit op het dakterras, dat er in februari een beetje droevig bij staat, maar een prachtig uitzicht heeft op de A-kerk.
De rekken herbruikbare bekers en het dakterras, richting de A.
Na de rondleiding komen we uit in het kantoorpand aan de Schuitemakersstraat, waar de besturen zitten. De kantoren zien er uit als het gemiddelde studentenhuis: rommelig, beetje smoezelig, studenten hangend op doorgezakte banken, maar dan met bureaus en computers ertussen. Er is een fulltime dagbestuur, een parttime dagbestuur en een nachtbestuur. Daarnaast is er ook plek voor verschillende commissies. Een hoop mensen dus, maar dat moet ook wel met een vereniging van 2600 leden – de grootste studentenvereniging van Groningen (Vindicat heeft er 2200) en de tweede van Nederland.
Tijn is als vice-voorzitter fulltime bezig met Albertus. Voor hij daarmee startte had hij zijn Bachelor Life Science & Technology aan de bètafaculteit van de RUG afgerond. Hij staat nu wel ingeschreven voor een master maar weet nog niet wat hij precies gaat doen. Voor de bestuursbeurs moet je ingeschreven staan bij een instelling, ook om te lenen bij DUO is dit nodig – iets wat Tijn doet, want een bijbaan erbij nemen is niet mogelijk. Wel is hij tussen de bedrijven door nog bezig met het voorbereiden voor de selectie voor de pre-master geneeskunde, waar slechts 30 plekken per jaar voor beschikbaar zijn.
Zo’n club besturen is vergelijkbaar met het runnen van een groot bedrijf. De bestuursleden zijn er dan ook elke dag van 10 tot 17 uur, en ook op de 4 avonden per week dat er activiteiten zijn, zijn er avondverantwoordelijkheden. Maar dan is ook het nachtbestuur aanwezig, waarvan altijd twee mensen per avond nuchter blijven en de twee telefoons voor calamiteiten bemannen (één voor buren, politie en brandweer en één voor calamiteiten op de vereniging). Bestuursleden zijn niet iedere avond op de vereniging te vinden, dat is echt niet haalbaar. Ze nemen om beurten een avondje vrij of mogen langer uitslapen.
Die 2600 leden passen helaas niet allemaal op de vereniging, het gebouw heeft een capaciteit van 1200. Dat is meestal genoeg, maar bij bepaalde evenementen werkt de vereniging met kaartverkoop (soms betaald, soms niet) om de aanloop te reguleren. Omdat Albertus zich in een buurt bevindt waar ook mensen wonen, bestaat het “stiltemos” – een regel uit de jaren ‘70 die bepaalt dat er tussen 22.00 en 6.00 geen herrie gemaakt mag worden op straat (‘mos’ is enkelvoud van ‘mores’ – volgens google). En daar wordt op gehandhaafd door het nachtbestuur. Gaat een lid ‘s nachts het dakterras op: direct een boete.
En dit werkt, kan ik als overbuurvrouw zeggen. Je kunt beter naast een studentenvereniging wonen dan naast een studentenhuis, want die laatste hebben niet zulke regels, en van Albertus heb ik weinig last. Alleen in de introductietijd, als de nieuwe eerstejaars in de rij staan in de Schuitemakersstraat, is Albertus duidelijk zichtbaar voor mijn voordeur, maar dat duurt altijd maar kort. Er komen een dikke 500 nieuwe leden per jaar bij, maar daarvoor moet worden geloot, het aantal aanmeldingen is soms bijna het dubbele!
Studentenverenigingen liggen de laatste jaren onder een vergrootglas na een aantal incidenten bij o.a. Vindicat waarbij de universiteit de bestuursbeurzen introk (maar ook bij Albertus gebeuren natuurlijk zaken die niet altijd leuk zijn). Ik vraag Tijn in hoeverre Albertus daar mee bezig is. Behoorlijk, zegt hij. Sinds een jaar zijn de twee nuchtere bestuursleden op de avonden niet alleen mannen maar is er ook altijd een vrouw bij. Daarnaast zijn er vier vertrouwenspersonen op de vereniging, die je altijd kunt bereiken en die worden ondersteund door een oud-lid die psycholoog is. Het telefoonnummer voor calamiteiten is ook ‘s nachts bereikbaar en het nummer hangt ook op de wc. Alle besturen krijgen bij de start trainingen over seksueel geweld, grensoverschrijdend gedrag, etc. Degenen achter de bar houden in de gaten wanneer mensen te veel gedronken hebben en schenken dan geen alcohol meer. Ook moeten alle incidenten, groot of klein, gemeld worden aan het ACI, het orgaan van de RUG en de Hanzehogeschool waar calamiteiten gemeld worden. Zo hoopt het bestuur vat te houden op onacceptabel gedrag, maar tijdens een feest met 1200 man is het natuurlijk lastig overzicht houden…
—
Ik weet nu een hoop over het reilen en zeilen van een grote studentenvereniging, maar ik kwam natuurlijk eigenlijk voor de buurt; Albertus is een belangrijk ‘bedrijf’ in het A-kwartier. Tijn woont zelf ook in de buurt, in de Oude Kijk in’t Jatstraat in één van de vele Albertus-huizen (er zijn er meer dan 200 in de stad, vooral in de binnenstad en de Schildersbuurt). De vereniging wil zich wel maatschappelijk inzetten, bijvoorbeeld doormiddel van hun Goededoelenstichting. Deze organiseert acties en collectes voor het longfonds, een daklozendiner, een vluchtelingendiner en een borrel voor de buurt. Ze zouden best meer willen doen voor de buurt, maar weten niet goed hoe.
Ik vertel over de maandelijkse schoonmaakactie en stel voor om dan een handje Albertianen af te vaardigen. Dat vond Tijn wel een goed idee. Verder bleek Albertus een verouderd e-mailbestand te hebben, waardoor op de laatste buurtborrel slechts één buurman kwam opdagen. Ze zijn nu van plan nu de uitnodigingen te versturen via het góede adres van de buurtvereniging en ik hoop dat dit dan wel lukt want ik vond het eigenlijk best gezellig bij Albertus. Een beetje rommelig, maar een kniesoor die daarop let.