In Museum aan de A openden op vrijdagmiddag 24 febr. Mirjam Wulfse, gedeputeerde van de provincie Groningen en Fatoumata, kinderburgemeester van de gemeente Groningen de tentoonstelling Vraauwlu – Groningers die je wil kennen. Gezien de grote belangstelling op de opening, zijn de Groningers benieuwd!
Museum aan de A ontleende de titel van deze nieuwe tentoonstelling aan een boek van Iris van den Brand en Sanne Meijer over ‘vraauwlu’, (2022) zelfstandige, ondernemende Groningse vrouwen die hun stempel drukten op de geschiedenis van stad en land. Voor de keuze van de vrouwen in de tentoonstelling maakte het museum dankbaar gebruik van de ‘waslijst aan voorbeelden’ in hun boek. Terwijl ‘vraauwlu’ natuurlijk in alle lagen van de bevolking voorkwamen en voorkomen, staan op deze waslijst vrijwel alleen vrouwen uit vooraanstaande Groningse families. De anderen lieten helaas nauwelijks naar hen herleidbare sporen na.
De vroegste voorbeelden in de tentoonstelling zijn vrouwen die binnen de eigen familie of in een klooster een leidende rol op zich namen zoals Bertke van Rasquert die na de dood van haar man in 1530 met haar acht kinderen in Nienoord blijft wonen en de bezittingen van de familie nog aanzienlijk weet uit te breiden. Of Hille Coenders (1503-1582) voor wie de familie de vereiste schenkingen opbrengt om in te treden in het rijke vrouwenklooster Yesse in Haren, waar ze abdis wordt. Avontuurlijk is Etta Palm (1743-1799) , die na een ongelukkig huwelijk in Parijs gaat wonen, de idealen van de Franse revolutie omarmt en zich daar stort in de strijd voor gelijke behandeling van mannen en vrouwen.
Vanaf de 19de eeuw wordt het in Groningen voor meisjes mogelijk hoger middelbaar, later ook universitair onderwijs te volgen. De tentoonstelling toont in dat kader natuurlijk de alom bekende Alette Jacobs, (1854-1929), de eerste vrouw die zich in Nederland aan een universiteit inschrijft en zich zelfstandig als huisarts vestigt. De bezoeker maakt ook kennis met haar twintig jaar jongere vriendin, de voor mij totaal onbekende Betsy Bakker-Nort. Ze promoveert als eerste vrouw in Groningen op de rechtspositie van gehuwde vrouwen, is de eerste vrouwelijke advocaat en procureur en speelt mét Aletta een belangrijke rol in de strijd voor het vrouwenkiesrecht. Net als Aletta en Betsy zullen veel van de vrouwen die na hen naar de universiteit gaan, zich inzetten voor de vrouwenemancipatie en zullen steeds meer vrouwen langzaam maar zeker hun sporen verdienen in de wetenschappen, de kerk, de kunsten, de rechtspraak, het onderwijs, de politiek, kortom, in de geschiedenis van Groningen.
Het museum aan de Aa, Brugstraat 24, biedt nog tot 10 september de kans nader kennis met hen te maken.