Aan de havenkade in Harlingen ligt een aantal voor A-kwartierders bekende schepen: de Mars en de Pelikaan bijvoorbeeld. Een paar dagen mocht ik als bemanningslid zo’n schip delen voor een tocht naar Vlieland. Het voelde goed en het afscheid nemen na die dagen was even moeilijk. Is dat hechten aan mensen en spullen de reden dat we, zodra het financieel kan, liever kiezen voor iets van onszelf?
Wat deel je wel en wat niet? En waarom niet? Is het gemak, of betekent eigendom juist gedoe met onderhoud, parkeren en verzekeringen? Doen we het wel elektrisch en voor het milieu? Willen we minder staal en blik in onze gelimiteerde en gedeelde street space? Is het wel zo efficiënt allemaal, met Swapfietsen zover het oog reikt en achteloos geparkeerde deelscooters?
De stad staat inmiddels vol met deelfietsen, deelscooters, en een groeiend aantal deelauto’s, deelhuizen. Het gebruik van die fietsen en scooters is groot onder studenten. Generatie Z-elektrisch. Van deelauto’s lijkt nog wat minder gebruik te worden gemaakt. Niet-studentenhuizen worden als airbnb en short stay steeds meer gedeeld. En dan zijn er nog de vele fotoshoots voor de socials in ons gedeelde stukje historische stad.
Regelmatig krijg ik vragen over de deelauto’s die ik sinds een paar jaar met een abonnementje, een pasje en app gebruik. Mensen vinden het idee mooi, maar is er wel een auto beschikbaar als je plotseling weg wilt? En als je ergens langer wilt blijven, is die auto dan niet alweer uitgeleend aan de volgende klant waardoor je toch weg moet? Eh, nee dus. Als binnenstadsbewoner is er voor mij altijd een stalen ros van enig soort beschikbaar geweest als ik die nodig had, binnen vijf minuten lopen. Een caddy voor het vervoeren van grote spullen, een stationwagon voor een grote hond. Het schijnt dat ongeveer 24 gebruikers samen één zo’n auto delen en zo voor gemiddeld elf auto’s minder op straat zorgen. Waar de gemiddelde particuliere auto zo’n 23 uur per dag stilstaat, rijden deelauto’s gemiddeld vijf uur per dag rond.
Wat is de zekerheid van bezit ons waard? Wat mij betreft kiezen we in onze gezamenlijke stadsruimte voor mooiere en gezondere dingen dan blik en ronkend wegverkeer.
Shared space. Shared stuff. Meer delen = uiteindelijk meer ruimte!
Vooruit! Mars!