7 december. De tot sint gemaakte is net vertrokken en we maken ons op voor de kersttijd. Kerst is de tijd van aan groen bungelende engelen en goede daden. Iedereen doet zijn best op zijn manier. De vervoerder biedt een gratis bus aan voor kerstconcertgasten. Huisbazen plaatsen driedubbel glas. Bakkers doen hun buitendeuren dicht om met andere winkeliers in de pas te lopen. Tenoren bieden zich aan voor extra provincieconcerten. Voor je zieke buurman regel je een leuke attentie. Een ex-fietsendief leert mij een nuttige les.
Vooraf: sinds oktober geldt voor mij de Bojan-Slats-doctrine. Ik probeer zo weinig mogelijk bij te dragen aan de netten en zeven van Bojan Slats die de oceanen plasticvrij wil houden. Dus ook een jaar geen kleding kopen en niets weggooien. Maar dan: de rits van mijn favoriete fietsjasje knapt. Dus op naar de kleermaker. Ik zet de fiets op de stoep, niet op slot want ik ben immers maar even binnen. ‘Kunt u nog even wachten?’ vraagt de mevrouw van De Groningse Schaar. Zeker, naast het ideaal van de Bojan-Slats-doctrine, huldig ik al een week de Zen-modus en zeur niet oevr contante betaling.
Er komt een meneer de winkel binnen. ‘Mag ik een papiertje en even een pen lenen?’ Hij schrijft wat op een roze post-it en verlaat de zaak. Na een half uurtje kom ik buiten en zie op mijn zadel een post-it met de interessante tekst:
Een aanvankelijke vloek ruil ik snel voor een brede smile, want na een telefoontje komt de ‘ex-dief’ me de sleutel brengen. Ik heb net een wijze les geleerd. ‘Waar bent u?’ vraagt hij nog, want ik heb meer sleutels.’ Ik zie een vriendelijke man, die me uitlegt dat het altijd beter is de fiets op slot te doen, ook bij korte kleermakerbezoekjes. Verbazing, opluchting, blijheid en dankbaarheid strijden bij mij om voorrang; past wel bij kerst. Ik geef hem een bankbiljetje. Als ik thuis ben overdenk ik de situatie en bel hem op om een afspraak voor een interview te maken. Misschien nog eens te lezen in de A-Krant.