Zijn het leergasten of stamgasten? Allebei niet, eigenlijk, dus wat doen we met deze categorie? Ik bespreek het met mijn collega van de RUG Femke (26), die met haar vriend Mats (28) aan de A-straat woont, boven Univé (voorheen de kookwinkel van Tefal). Ze zijn al afgestudeerd, maar ze zien zichzelf niet voor altijd in hun relatief kleine appartement (van 65-70 m2) met één slaapkamer wonen. Om voor altijd in het A-kwartier te blijven wonen? Lijkt Femke wel leuk, maar ze is ook realistisch dat dat met de huidige huizenmarkt misschien niet haalbaar is. Maar voor nu is het leuk om midden in de stad, in de reuring te wonen.
Femke werkt als communicatiemedewerker voor de Bèta-faculteit van de Rijksuniversiteit Groningen en organiseert onder andere de Bachelor open dag, ze ontwikkelt promotiematerialen en websites over de verschillende opleidingen. Femke studeerde vanaf 2016 eerst de Bachelor Taalwetenschappen aan de RUG en na een tussenjaar (waarin ze werkte en naar Nieuw-Zeeland reisde) een Master Taal- en Spraakpathologie (in Nijmegen). Na haar afstuderen in 2021 werkte ze eerst als bron- en contactonderzoeker bij de GGD in Friesland, en nu werkt ze dus bij de universiteit. Haar baan is niet heel erg gerelateerd aan de opleiding, maar dat vindt ze niet erg, ze heeft het erg naar haar zin. Haar vriend, die internationale betrekkingen studeerde, werkt ondertussen als beleidsmedewerker buitendienst voor de gemeente Tytsjerksteradiel. Zo zie je maar weer, een academische opleiding is breed inzetbaar.
Net als de meeste studenten heeft Femke een lange woongeschiedenis. Ze groeide op in Assen en als student woonde ze eerst aan de Peizerweg, daarna met een paar vriendinnen in de Kamerlingh Onnesstraat (huize Kaas, omdat ze erg van kaas hielden) en ging vervolgens naar Nijmegen voor haar master. Daar woonde ze maar kort, toen alles dicht ging vanwege de tweede coronagolf kwam ze terug naar Groningen om daar haar scriptie te schrijven, en woonde ze aan de Parkweg. Vervolgens woonde ze ook nog een aantal jaar in de Jozef Israëlsstraat met een vriendin. Altijd in de buurt van het centrum dus, maar nog nooit ín het centrum.
Femke vindt het heel leuk dat ze overal lopend naartoe kan (alleen naar haar werk op het Zernike gaat ze met de fiets). Zelfs als het wat verder weg is gaat ze te voet, want ze vindt het gewoon gezellig om door het centrum te lopen, in het weekend krijg je mee dat de stad écht leeft. Voordat ze het huis betrok, was ze wel een beetje bang voor de drukte, maar binnen heeft ze daar weinig last van. Van Café Dorothy’s, schuin onder haar, heeft ze weinig last, daar wordt nooit laat herrie gemaakt. Het Albertus-huis naast haar heeft ze meer last van (herkenbaar- al eerder schreef ik dat je beter naast een studentenvereniging kunt wonen dan naast een studentenhuis). Ook de schreeuwende man op de brug, een bekende in het A-kwartier, is vervelender dan het café.
Vooralsnog geniet Femke volop van de stad, en vindt ze het ook leuk om vanuit haar raam bijvoorbeeld de Sinterklaasintocht en de vuurwerkshow te zien. De volgende woonstap? Dat is hopelijk een grotere woning met een extra kamer. Nu al een huis kopen ziet ze nog niet zo snel gebeuren, maar voorlopig geniet ze volop van de gezelligheid van het A-kwartier.